hieuw in
- hieuw in
vervoeging van |
---|
inhouwen |
hieuw in
- enkelvoud verleden tijd van inhouwen
- Ik hieuw in.
- Jij hieuw in.
- Hij, zij, het hieuw in.
- Ik hieuw in.
- Het woord hieuw in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.