het rambam werken/vervoeging
vervoeging van het Nederlandse werkwoord zich het rambam werken | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | toekomende tijd | ||||||||||
enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud | |||||||
1 | ik | werk me het rambam (bijzin) me het rambam werk |
wij, we | werken ons het rambam (bijzin) ons het rambam werken |
ik | werkte me het rambam (bijzin) me het rambam werkte |
wij, we | werkten ons het rambam (bijzin) ons het rambam werkten |
ik | zal me het rambam werken | wij, we | zullen ons het rambam werken |
2 | jij, je | werkt je het rambam (bijzin) je het rambam werkt |
jullie | werken je het rambam (bijzin) je het rambam werken |
jij, je | werkte je het rambam (bijzin) je het rambam werkte |
jullie | werkten je het rambam (bijzin) je het rambam werkten |
jij, je | zal, zult je het rambam werken | jullie | zullen je het rambam werken |
u | werkt zich/u het rambam (bijzin) zich/u het rambam werkt |
u | werkt zich/u het rambam (bijzin) zich/u het rambam werkt |
u | werkte zich/u het rambam (bijzin) zich/u het rambam werkte |
u | werkte zich/u het rambam (bijzin) zich/u het rambam werkte |
u | zult zich/u het rambam werken | u | zult zich/u het rambam werken | |
gij, ge | werkt u het rambam (bijzin) u het rambam werkt |
gij, ge, gijlieden |
werkt u het rambam (bijzin) u het rambam werkt |
gij, ge | werkte u het rambam (bijzin) u het rambam werkte |
gij, ge, gijlieden |
werkte u het rambam (bijzin) u het rambam werkte |
gij, ge | zult u het rambam werken | gij, ge gijlieden |
zult u het rambam werken | |
3 | hij, zij, het | werkt zich het rambam (bijzin) zich het rambam werkt |
zij, ze | werken zich het rambam (bijzin) zich het rambam werken |
hij, zij, het | werkte zich het rambam (bijzin) zich het rambam werkte |
zij, ze | werkten zich het rambam (bijzin) zich het rambam werkten |
hij, zij, het | zal zich het rambam werken | zij, ze | zullen zich het rambam werken |
onvoltooid deelwoord | voltooide tijd | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | |||||||||
zich het rambam werkend | zich het rambam gewerkt hebben | werk u/je het rambam , werkt je het rambam | werke zich het rambam (bijzin) zich het rambam werke |