herbegonnen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: herbegonnen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·be·gon·nen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van herbeginnen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herbeginnen |
herbegonnen
- meervoud verleden tijd van herbeginnen
- Wij herbegonnen.
- Jullie herbegonnen.
- Zij herbegonnen.
- Wij herbegonnen.
- voltooid deelwoord van herbeginnen