Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·mel·de op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ophemelen

hemelde op

  1. enkelvoud verleden tijd van ophemelen
    • Ik hemelde op. 
    • Jij hemelde op. 
    • Hij, zij, het hemelde op. 


Gangbaarheid