hekeldichten
- he·kel·dich·ten
de hekeldichten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hekeldicht
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hekeldichten |
||
onvolledig |
hekeldichten
- (dichtkunst) poëzie schrijven waarin de spot met iets of iemand gedreven wordt
- "Morgen-Wekker aan Joost van den Vondel" (79) is een poging om in zijnen geest te hekeldichten;[1]
1. poëzie schrijven waarin de spot met iets of iemand gedreven wordt
|
- Het woord hekeldichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Oud-Holland: tijdschrift voor Nederlandse kunstgeschiedenis, volume 23 Nicolaas de Roever, Abraham Bredius1905 blz 187