Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·va·ne·zer·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de havanezertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord havanezer
    • Verder hebben we twee havanezertjes (honden) die me erg dierbaar zijn. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen