• hart·klep·jes

de hartklepjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hartklep
    • In plaats van bewonderend mee te leven met de helden in witte jassen die kinderlevens redden door kunstige hartklepjes, had ik me verbaasd over de fouten en botheden van de medische stand. [1]