Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hap·te toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toehappen

hapte toe

  1. enkelvoud verleden tijd van toehappen
    • Ik hapte toe. 
    • Jij hapte toe. 
    • Hij, zij, het hapte toe. 


Gangbaarheid