hapte toe
- hap·te toe
vervoeging van |
---|
toehappen |
hapte toe
- enkelvoud verleden tijd van toehappen
- Ik hapte toe.
- Jij hapte toe.
- Hij, zij, het hapte toe.
- Ik hapte toe.
- Het woord hapte toe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.