handboortje
- Geluid: handboortje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑndborcə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɦɑnt.bo̝ːr.cə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɦɑnt.boːr.tʲə/
- hand·boor·tje
het handboortje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord handboor
- Het woord handboortje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.