hagenaar

Niet te verwarren met: Hagenaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hagenaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ha·ge·naar

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van Den Haag met het achtervoegsel -enaar

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hagenaar	hagenaars
verkleinwoord	hagenaartje	hagenaartjes

Zelfstandig naamwoord

de hagenaar m

1. bijnaam voor een homofiel

Gangbaarheid

• Het woord hagenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.