Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haart

Werkwoord

vervoeging van
haren

haart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haren
    • Jij haart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haren
    • Hij haart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van haren
    • Haart! 

Meer informatie