• haalt om·laag

uit haalt (werkwoord) en omlaag, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
omlaaghalen

haalt (...) omlaag

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaghalen
    • Jij haalt omlaag. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaghalen
    • Hij haalt omlaag. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omlaaghalen
    • Haalt omlaag!