Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haal·de adem
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ademhalen

haalde adem

  1. enkelvoud verleden tijd van ademhalen
    • Ik haalde adem. 
    • Jij haalde adem. 
    • Hij, zij, het haalde adem. 


Gangbaarheid