håpa
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- hå·pa
Woordherkomst en -opbouw
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord håpe.
Naar frequentie | > 50000 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | håpa | ||
o enkelvoud | håpa | |||
meervoud | håpa | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
håpa |
Bijvoeglijk naamwoord
håpa
Schrijfwijzen
Werkwoord
håpa
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
håpa, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van håp
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- hå·pa
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | håpa | ||
o enkelvoud | håpa | |||
meervoud | håpa | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
håpa |
Bijvoeglijk naamwoord
håpa
Schrijfwijzen
Werkwoord
håpa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast håpe, zie aldaar
håpa
håpa
- gebiedende wijs van håpa
Schrijfwijzen
Werkwoord
håpa
håpa
- gebiedende wijs van håpe
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
håpa, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van håp