• gun·ting

gunting

  1. schaar
  2. snit


  1. (gereedschap) schaar


gunting

  1. (gereedschap) schaar


gunting

  1. (gereedschap) schaar


gunting

  1. (gereedschap) schaar


gunting

  1. (gereedschap) schaar


gunting

  1. (gereedschap) schaar


gunting

  1. (gereedschap) schaar