gschteender
- schteen·der
- Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het voorvoegsel g-
gschteender
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van gschteent
gschteender
gschteender
- onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van gschteent