• gschta·re·we
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel g-

gschtarewe

  1. voltooid (verleden) deelwoord van schtaerwe [1]

sin gschtarewe

  1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van schtaerwe [1]
    «Wann all die Grumbiereschtengle gschtarewe sin, sin die Grumbiere ready rauszuroppe.»
    Indien alle aardappelstengels zijn afgestorven, zijn de aardappels klaar om uitgraven te worden.
  1. 1,0 1,1 Het voltooid deelwoord gschtarewe wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord sei.