• gschpiel·des
  • Pennsylvania-Duitse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel g-, met medeklinkerwisseling t → d en met de woorduitgang -es

gschpieldes

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van gschpielt

gschpieldes

  1. onbepaald nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van gschpielt