gruun

  1. (kleur) groen; kleur tussen geel en blauw (of cyaan), met een golflengte van ca. 550 nm

gruun

  1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend


enkelvoud meervoud
naamwoord gruun grunen
verkleinwoord

gruun

  1. (kleur) groen; kleur tussen geel en blauw (of cyaan), met een golflengte van ca. 550 nm

gruun

  1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend


gruun

  1. (kleur) groen; kleur tussen geel en blauw (of cyaan), met een golflengte van ca. 550 nm

gruun

  1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend


gruun

  1. (kleur) groen; kleur tussen geel en blauw (of cyaan), met een golflengte van ca. 550 nm

gruun

  1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend


gruun

  1. (kleur) groen; kleur tussen geel en blauw (of cyaan), met een golflengte van ca. 550 nm

gruun

  1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend


gruun

  1. (kleur) groen; kleur tussen geel en blauw (of cyaan), met een golflengte van ca. 550 nm

gruun

  1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend