Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grui·zels
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de gruizelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gruizel
     Na het einde van de Tweede Wereldoorlog lag Japan in gruizels en hygiëne stond onder druk.[1]

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Kjeld Duits
    “Langste lintworm ooit in museum” (22 juli 2013) op nrc.nl  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be