großen
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- gro·ßen
Bijvoeglijk naamwoord
großen
großen
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud van groß
großen
großen
Bijvoeglijk naamwoord
großen
großen
großen
- bepaald accusatief mannelijk enkelvoud van groß
großen
großen
großen
großen
großen
Bijvoeglijk naamwoord
großen
großen
großen
- onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van groß
großen
großen
großen
großen
großen