gritar

Portugees

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
gritar	gritava	gritado
	volledig

Werkwoord

gritar

1. schreeuwen

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

stamtijd
infinitief	verleden tijd	voltooid deelwoord
gritar	gritaba	gritado
	volledig

Werkwoord

gritar

Woordafbreking

• gri·tar

1. onovergankelijk schreeuwen, roepen
2. overgankelijk schreeuwen, toeroepen
3. uitschelden

Verwante begrippen

• grita, gritadera, gritería, griterío, grito

Synoniemen

• [1] vocear
• [2] vociferar
• [3] insultar

Verwijzingen

• gritar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española