Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·vers

Zelfstandig naamwoord

de graversmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord graver


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·vers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

gravers

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van grav

Zelfstandig naamwoord

gravers

  1. genitief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van grav


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • gra·vers

Zelfstandig naamwoord

gravers

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van grav