gravers
- gra·vers
de gravers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord graver
- Het woord gravers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- gra·vers
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
gravers
gravers
- gra·vers
gravers
- nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van grav