graszaadje
- Geluid: graszaadje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrɑsacə / (3 lettergrepen)
- gras·zaad·je
het graszaadje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord graszaad
- Het woord graszaadje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.