granuleren
- Geluid: granuleren (hulp, bestand)
- gra·nu·le·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
granuleren |
granuleerde |
gegranuleerd |
zwak -d | volledig |
granuleren [3]
- onovergankelijk (van weefsel) korrelig worden
- overgankelijk korrelig maken
- overgankelijk ruw maken
- Het woord granuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.