goten uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- go·ten uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitgieten |
goten (...) uit
- meervoud verleden tijd van uitgieten
- Wij goten uit.
- Jullie goten uit.
- Zij goten uit.
- Wij goten uit.
vervoeging van |
---|
uitgieten |
goten (...) uit