• golf·den
vervoeging van
golven

golfden

  1. meervoud verleden tijd van golven
    • Wij golfden. 
    • Jullie golfden. 
    • Zij golfden. 
vervoeging van
golfen

golfden

  1. meervoud verleden tijd van golfen
    • Wij golfden. 
    • Jullie golfden. 
    • Zij golfden.