• glimb·li·cher
  • Pennsylvania-Duitse bijvoeglijknaamwoordsvorm met het achtervoegsel -lich en met uitgang -er

glimblicher

  1. nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud stellende trap van glimblich

glimblicher

  1. datief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van glimblich

glimblicher

  1. vergrotende trap van glimblich