glicklicherweis
- glick·li·cher·weis
- Afleiding van het Pennsylvania-Duitse bijvoeglijke naamwoord glicklich, met het invoegsel -er- en met het achtervoegsel -weis
glicklicherweis
- gelukkig, gelukkigerwijs, gelukkigerwijze
- «Glicklicherweis hot er "ya" gsaat!»
- Gelukkig zei hij 'ja'!
- «Glicklicherweis hot er "ya" gsaat!»