giftslangetje
- Geluid: giftslangetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪftslɑŋəcə / (4 lettergrepen)
- gift·slan·ge·tje
het giftslangetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord giftslang
- Er viel iets om, er brak een stuk af en toen lag er plotseling een giftslangetje in het gras. [1]
- Het woord giftslangetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "Raadsels ": Nieuwe Raadsels : Voor kinderen beneden 12 jaar" in: Bataviaasch Nieuwsblad jrg. 49 nr. 296 (24 november 1934); p. 19 (Kindercourant 3) kol. 3; geraadpleegd 2019-12-16