Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gift·slan·ge·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het giftslangetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord giftslang
    • Er viel iets om, er brak een stuk af en toen lag er plotseling een giftslangetje in het gras. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen