giftslangen
- Geluid: giftslangen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɪftslɑŋə(n) / (3 lettergrepen)
- gift·slan·gen
- giftslang met uitgang -en
de giftslangen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord giftslang
- Onder krokodillen en giftslangen was het beter dienen dan in een beschaving, waar ze elkander de hersens insloegen en een vrouw met een ongeneeslijke kwaal ging uitrusten in een huishouden met zeven kinderen. [1]
- Het woord giftslangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Iependaal, W. vanVaste koers. (1949) De Arbeiderspers, Amsterdam; p. 78; geraadpleegd 2019-12-16