gibborem

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gibborem    (hulp, bestand)
• IPA: /ɡɪ'borəm/
• Sofeer: ğibborəm

Woordafbreking

• gib·bo·rem

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Jiddisj

Zelfstandig naamwoord

de gibborem mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gibber