gezestigen
- Geluid: gezestigen (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈsɛstəɣə(n) / (4 lettergrepen)
- ge·zes·ti·gen
gezestigen
- met het aantal van zestig
- In 't gedrang stiet Stafken op zijne twee vrienden uit het slijpersdorp: "Maar getweeën? en de anderen?"
- "Niet ver meer van kant, en ze zijn ten minste gezestigen."
Zestig slijperkens! [1]
- In 't gedrang stiet Stafken op zijne twee vrienden uit het slijpersdorp: "Maar getweeën? en de anderen?"
- Het woord 'gezestigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Simons, J."De danstent" in: Dietsche Warande en Belfort. jrg. 58 deel 1 (1913) J.E. Buschmann, Antwerpen; p. 185; geraadpleegd 2018-11-06