• ge·stort
  • vervoeging van storten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt
vervoeging van: storten…
verbogen vorm: gestorte

gestort

  1. voltooid deelwoord van storten
     Geen van de onderzoeken die waren uitgevoerd had antwoord kunnen geven op de vraag waarom de eerste brug in de rivier was gestort en achttien man had gedood.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142