gerommeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·rom·meld
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | gerommeld |
verbogen | gerommelde |
Bijvoeglijk naamwoord
gerommeld
- geklooid, gerotzooi, geklungel
- Bij de tweedehandsautoverkoper kreeg ik een in elkaar gerommeld garantiebewijs.
Werkwoord
vervoeging van: | rommelen… |
verbogen vorm: | gerommelde |
gerommeld
- voltooid deelwoord van rommelen
Gangbaarheid
- Het woord gerommeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.