gereedschapsmakers

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·reed·schaps·ma·kers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de gereedschapsmakersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gereedschapsmaker
     Juist de catalogi van buitenlandse postorderbedrijven kunnen van grote schoonheid zijn. Voorbeelden zijn er genoeg: van Amerikaanse gereedschapsmakers tot leveranciers van Franse kwaliteitszakmessen; van handelaars in tweedehands kunstboeken tot de Britse kleermaker die bij zijn onooglijke register een staal van wollen stoffen voegde.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    J. van der Vaart
    “Marlpriem en mikbeslag” (13 april 2004) op nrc.nl