gereedschapsmakers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gereedschapsmakers (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈretsxɑpsˌmakərs / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·reed·schaps·ma·kers
Woordherkomst en -opbouw
- gereedschapsmaker met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de gereedschapsmakers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gereedschapsmaker
- ▸ Juist de catalogi van buitenlandse postorderbedrijven kunnen van grote schoonheid zijn. Voorbeelden zijn er genoeg: van Amerikaanse gereedschapsmakers tot leveranciers van Franse kwaliteitszakmessen; van handelaars in tweedehands kunstboeken tot de Britse kleermaker die bij zijn onooglijke register een staal van wollen stoffen voegde.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'gereedschapsmakers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron J. van der Vaart“Marlpriem en mikbeslag” (13 april 2004) op nrc.nl