gerecapituleerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·re·ca·pi·tu·leerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van recapituleren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | recapituleren… |
verbogen vorm: | gerecapituleerde |
gerecapituleerd
- voltooid deelwoord van recapituleren