gerebelleerd
- ge·re·bel·leerd
- vervoeging van rebelleren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | rebelleren… |
geen verbogen vorm |
gerebelleerd
- voltooid deelwoord van rebelleren
- vormt de voltooide tijden
- Zij hadden daartegen gerebelleerd.
- vormt de onpersoonlijke lijdende vorm
- Er werd weer eens flink gerebelleerd door de lieve jeugd.
- Het woord gerebelleerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.