• ge·pand
  • [A] vervoeging van panden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
vervoeging van: panden…
verbogen vorm: gepande

[A] gepand

  1. voltooid deelwoord van panden
     Tenzelfden jare komt hij voor als gerechtigd in Waverloholt, nadat hij drie jaar vroeger van hertog Karel de goederen te ter Cluyse in Overbetuwe gepand had.[1]

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie in deze vorm.

vervoeging van: pannen…
verbogen vorm: gepande

[B] gepand

  1. voltooid deelwoord van pannen
     Er wordt niet gesneden naar close-ups en de camera is vrijwel altijd stationair. Heel soms zien we dat er opzij gepand wordt of is de camera tijdens een schaars moment van variatie gemonteerd op het dashboard van een auto.[2]
  1.   Weblink bron
    L.M.G. Kooperberg
    Lennep, Joris van (2) (1914), A.W. Sijthoff, Leiden in:
    P.C. Molhuysen & P.J. Blok (red.)
    Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3., p. 752
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Arjan Welles
    “Beginning (2020)” (23 september 2021) op filmtotaal.nl