Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ob·se·deer·de

Bijvoeglijk naamwoord

geobsedeerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geobsedeerd

Werkwoord

vervoeging van: obsederen…
verbogen vorm: geobsedeerdee

geobsedeerde

  1. verbogen vorm van geobsedeerd, voltooid deelwoord van obsederen

Gangbaarheid