• ge·nut·tigd
vervoeging van: nuttigen…
verbogen vorm: genuttigde

genuttigd

  1. voltooid deelwoord van nuttigen
  2. vormt de lijdende vorm
    • De avondmaaltijd wordt genuttigd tussen zes en zeven. 
    • Alcohol mag niet in het openbaar worden genuttigd. 
  3. vormt de voltooide tijden
    • De bestuurder bleek ruim vier keer zo veel alcohol te hebben genuttigd als toegestaan. 
     De foto werd gemaakt rond 21.15 uur lokale tijd. Op dat moment zat de Chinese president Xi elders in het gebouw te bekomen van het diner dat hij net had genuttigd met Trump. Caesarsalade vooraf, de keuze tussen tong of steak als hoofdgerecht en chocoladetaart als toetje.[1]
  4. attributief gebruikt
    • Met een bloedproef wordt het juiste percentage genuttigde alcohol bepaald. 
  1.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Trump tijdens de aanval op Syrië, het verhaal achter de foto” (Zaterdag 8 april 2017, 11:47), NOS