genegentigen
- Geluid: genegentigen (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈneɣəntəɣə(n) / (5 lettergrepen)
- ge·ne·gen·ti·gen
genegentigen
- met het aantal van negentig
- De kleremakers op hun feest die hielden grote fooi
Dan aten zij genegentigen
Negen maal, negen maal negentigen
Aan één gebakken vlooi [1]
- De kleremakers op hun feest die hielden grote fooi
- Het woord 'genegentigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ De kleremakers op hun feest op website: liedjeskist.nl; geraadpleegd 2018-11-06