Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nees·krui·den
Woordherkomst en -opbouw
  • geneeskruid met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

Zelfstandig naamwoord

de geneeskruidenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord geneeskruid

Gangbaarheid