Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·hal·veer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gehalveerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gehalveerd

Werkwoord

vervoeging van: halveren…
verbogen vorm: gehalveerdee

gehalveerde

  1. verbogen vorm van gehalveerd, voltooid deelwoord van halveren

Gangbaarheid