Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·flat·teer·de

Bijvoeglijk naamwoord

geflatteerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geflatteerd

Werkwoord

vervoeging van: flatteren…
verbogen vorm: geflatteerdee

geflatteerde

  1. verbogen vorm van geflatteerd, voltooid deelwoord van flatteren

Gangbaarheid