• ge·denkt
vervoeging van
gedenken

gedenkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedenken
    • Jij gedenkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gedenken
    • Hij gedenkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gedenken
    • Gedenkt! 


  • ge·denkt
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ge-

gedenkt

  1. zwakke verbuiging voltooid (verleden) deelwoord van denke

hab gedenkt

  1. zwakke verbuiging eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van denke
    «Ich hab gedenkt, ass sell wunnerbaar waar.»
    Ik heb gedacht dat het heerlijk was.