Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·con·tro·leer·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: controleren…
verbogen vorm: gecontroleerdee

gecontroleerde

  1. verbogen vorm van gecontroleerd, voltooid deelwoord van controleren

Bijvoeglijk naamwoord

gecontroleerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gecontroleerd

Gangbaarheid