Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·con·fis·queerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: confisqueren…
verbogen vorm: geconfisqueerde

geconfisqueerd

  1. voltooid deelwoord van confisqueren
     Gelukkig werd er alleen wiet gevonden, dat wel geconfisqueerd werd maar waar verder geen straffen voor werden uitgedeeld.[1]
     Maar Napoleon beloonde de in leven gebleven Letang door hem de oude naam en titels van het geslacht terug te geven, maar niet de bezittingen die tijdens de revolutie geconfisqueerd waren door het volk.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767