gebundeld
- ge·bun·deld
vervoeging van: | bundelen… |
verbogen vorm: | gebundelde |
gebundeld
- voltooid deelwoord van bundelen
- ▸ Voor de binnenlandse markt verzorgt zij een taalrubriek in nrc.next, en haar verzamelde overpeinzingen zijn nu gebundeld in Taal is zeg maar echt mijn ding.[1]
- Het woord gebundeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Drie zingende uitgevers” (08/05/2009), HP de Tijd