gebruikte op
- ge·bruik·te op
vervoeging van |
---|
opgebruiken |
gebruikte op
- enkelvoud verleden tijd van opgebruiken
- Ik gebruikte op.
- Jij gebruikte op.
- Hij, zij, het gebruikte op.
- Ik gebruikte op.
- Het woord gebruikte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.